dinsdag 8 september 2015

PISSIG POTVERDOMME

In de groep begint elke avond met de weekopening, en daarbij staat (de naam geeft het al een beetje weg) de afgelopen week centraal. Mijn week was niet zo bijzonder, dus ik ben snel klaar. Net als ik de beurt weer door wil geven aan een ander, onderbreekt groepsgenoot Lies me. 'Had jij deze week niet je intake bij de eetstoornisafdeling? Hoe is dat gegaan?'

Ik had deze week inderdaad eigenlijk mijn intake, op woensdag. De tweede, maar liefst. De eerste zou de week daarvóór plaats hebben gevonden, maar werd op maandag afgebeld. Degene met wie ik mijn intake zou hebben, was ziek. Heel vervelend, ze konden nog niet zeggen wanneer er een vervolgafspraak gemaakt zou worden. En ik knikte en glimlachte en zei dat ze er niets aan konden doen en dat ik af zou wachten. Twee dagen later werd ik al gebeld: ze hadden die week erna nog wel een gaatje, kon ik toevallig? Ja? Geweldig! Maar op de dag voor de intake kreeg ik een e-mail. Het kon weer niet doorgaan. Een reden werd er niet bij gegeven, alleen de hoop dat ik snel alsnog zou kunnen komen.
Dat vertel ik allemaal aan de groep. Ik sluit af met: 'Vervelend. Ik denk dat ik best wel boos zou zijn als ik nog niet in deze groep zou zitten. Maar gelukkig kan ik hier mijn ei kwijt.' Het is even stil. Voorzichtig zegt groepsgenoot Patricia: 'Sofie, dat is leuk, maar je mag nu óók boos zijn hè?' Ik haal mijn schouders op. Boos zijn, ach, het zal vast mogen, maar het lost toch niets op. Een boze Sofie heeft niet sneller een afspraak. Die heeft alleen sneller stress.

Een paar dagen later valt er een officieel ogende brief op de mat. 'Beste Sofie, je bent aangemeld voor een intake bij de afdeling eetstoornissen. Helaas moeten we je mededelen dat de wachttijd voor een intake op dit moment minimaal twee maanden is.' Het detail dat me raakt, is de datum. De brief is verstuurd op precies vijf maanden nadat ik door mijn huisarts ben doorverwezen naar de GGZ. En dat is het moment dat ik wél boos word.

Ik kan elke week in de jongvolwassenengroep terecht. Ze snappen niets van mijn eetstoornis, maar wel van allerlei gevoelens eromheen en doen hun best me te helpen. Met Vincent werk ik aan mijn eetpatroon en aan het stoppen met overgeven. Ik maak babystapjes. Ik voel me nog steeds diep miserabel, maar ik heb nu in elk geval uitzicht op het licht. En dat maakt alle verschil van de wereld. Want als ik niet als een hoopje ellende bij mijn huisarts was gaan huilen, als ik mezelf had gedwongen om door te gaan zoals ik altijd doe... Dan had ik nu al vijf maanden in de wacht gehangen met twee mislukte inzicht en uitzicht op nog eens twee maanden extra. Ik beeld me in hoe dat zou zijn zonder de therapie die ik nu al heb en voel iets stils en leegs diep in mij bewegen.

Natuurlijk hebben instanties hun sores. Natuurlijk zijn er wachttijden. Maar zo ga je toch niet met mensen om? Zeker niet met kwetsbare mensen die eindelijk de stap gezet hebben om iets te doen aan hun probleem. Oh, het gaat slecht met je? Je wilt hulp? Ga eerst maar eens een paar maanden op de wachtlijst. Het is alsof je als een klein kind in de hoek wordt gezet om te overdenken wat je verkeerd hebt gedaan. En ik sluit niet uit dat dit me genekt had.

Met al mijn woede ga ik maar even een blokje om en vraag me briesend af of ik hier dan echt álles zelf moet doen.

In deze schrijfsels wordt teruggegrepen op gebeurtenissen van een tijdje geleden. In dit geval mei 2015.

2 opmerkingen:

  1. Ik lees hier zoveel herkenning. Ik heb 7 maanden op de wachtlijst gestaan. Ik was depressief, suïcidaal, maar ik kon best nog even 7 maanden wachten toch? Tot op de dag van vandaag vind ik het moeilijk om boos te worden en blijf ik het goedpraten voor de GGZ. Ik had verdomme wel dood kunnen zijn. Maar goed, ik begin hier over mezelf, dat is niet zo netjes. Ik schrik echt hoe er met jou omgegaan is. Dat is echt ... Ik heb er gewoon geen woorden voor. ''Gelukkig'' had je ter overbrugging de groep waar je terecht kon, maar dan nog. Ongelooflijk.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja ik word hier ook echt kwaad van, nog steeds. Ik was zó over de zeik naar die hele schijtafdeling. Gelukkig nam mijn therapeut dat serieus toen ik het bij mijn intake vertelde. Als ik dan een of andere 'So be it!'-reactie had gekregen, was ik waarschijnlijk krijsend van frustratie weggerend om nooit meer terug te komen..

      Verwijderen