woensdag 23 september 2015

Ik wil niet beter worden

Mijn superdure lippenstift is fantastisch, maar het mag toch niet baten. Mijn motivatie kruipt steeds verder omlaag en het gerommel met eten wordt steeds frequenter. Ik heb mijn eetplan met Vincent eigenlijk helemaal losgelaten en eet bijna niets. Omdat ik door omstandigheden (verhuizing etc.) een paar weken geen therapie heb, kom ik er nog mee weg ook. Niemand vraagt me hoe het gaat met eten en overgeven, en dat komt mij verdomd goed uit.

Vanwege de Vierdaagse van Nijmegen logeert mijn moeder een week bij me en moet ik dus elke avond met haar eten. Ik mag alle maaltijden helemaal bepalen (al moeten ze wel door haar goedgekeurd worden, maar dat gaat redelijk goed) en koken, dus de controle is bij mij. Maar toch is de paniek nauwelijks in te houden. Overdag als zij wandelt, sla ik zoveel mogelijk maaltijden over en 's avonds geef ik mezelf stiekem minder. Alles om maar zo min mogelijk aan te komen door die "enorme maaltijden" in de avond. En als ik voor de zoveelste keer in mijn vet sta te prikken op de weegschaal, dringt het tot me door. Mijn motivatie is nu zó laag, dat ik helemaal niet meer beter wil worden.

Natuurlijk zou ik liever gelukkig en gezond zijn. Maar mijn gestoorde brein maakt me wijs dat dat er nu eenmaal niet inzit. Sofie, jij zult nooit gezond en tevreden zijn. Je bent niet meer te helpen. Je bent een waardeloos mens en alle therapie is bij voorbaat verspild aan jou. En voor mij klinkt dat als heel logische argumentatie. Natuurlijk ben ik niet te helpen. En natuurlijk kan alle therapie veel beter gegeven worden aan iemand die het verdient. Aan iemand die iets goeds doet voor de wereld en de mensheid. Niet aan mij, niet aan stomme dikke lelijke domme Sofie.

Laat me maar gewoon met rust, laat allemaal maar zitten. Ik rol me wel op in deze eetstoornis, mijn veilige huisje. We zijn geen vrienden, maar soms voelt het wel zo en dat is meer dan ik tot nu toe van deze hele genezingscyclus kan zeggen. En ik leef nog steeds in de naïeve veronderstelling dat het hongeren zichzelf ooit zal uitbetalen en mij dun zal maken. Laat me maar met rust. Ik blijf wel hier.

En natuurlijk is dit het moment dat de GGZ kiest om te bellen. 'Hoi Sofie, met Jolanda van de balie. Jij bent aangemeld bij de afdeling eetstoornissen en we hebben een gaatje voor je. Je kunt ofwel morgen, ofwel dinsdag over twee weken. Komt dat uit?' In een microseconde pleeg ik overleg met mezelf. Ga ik dit doen? Ze hebben me acht maanden laten bungelen en ik heb ze eigenlijk al opgegeven. Ik heb mezelf eigenlijk al opgegeven. Ga ik dit gevecht aan? En ik besluit: wat zou het ook. Nee, ik wil niet beter worden. Maar het kan geen kwaad om eens naar dat gesprek te gaan en te zien wat ze te zeggen hebben.

In deze schrijfsels wordt teruggegrepen naar gebeurtenissen van een tijdje geleden. In dit geval juli 2015.

1 opmerking:

  1. Pff wat herkenbaar. Ongelooflijk helder omschreven.
    Liefs, Sofie ♥

    BeantwoordenVerwijderen