maandag 24 augustus 2015

Welkom bij groepstherapie!

Sinds mijn dertiende heb ik al een paar therapeuten versleten en daar heb ik geleerd dat ik goed ben in groepstherapie. In groepen stel ik me makkelijker open, omdat er herkenning is. Ik kan er anderen helpen en dat vind ik fijn, en misschien leren zij ook nog wat van mij. Verder heb ik minder de neiging om mijn problemen weg te smoezen, waar ik normaal erg goed in ben. Dus bij mijn intake zei ik ongeveer duizend keer dat ik een groep wilde en gelukkig waren ze niet doof. Vanaf nu zit ik één avond per week in een jongvolwassenengroep. Op donderdag, de eerste keer, neem ik de bus naar een uithoek van de stad en schuifel nerveus het lege gebouwtje binnen. Overdag zou het hier zoemen van groepen en therapeuten en individuele cliënten, maar vanavond zijn wij de enige.
Elke avond begint met de weekopening. Hoe was je week? Hoe voelde je je? Wat ging er goed en wat ging er iets minder? Heb je vorige week doelen gesteld, hoe is dat gegaan? Iedereen komt aan de beurt. Terwijl de anderen vertellen, kijk ik de kring rond om mijn groepsgenoten eens rustig te bekijken. We zijn in totaal met negen, iets meer meisjes dan jongens. Wie zijn deze onbekenden bij wie ik mijn ziel moet gaan uitstorten?

De weekopening duurt maar een half uur dus we zijn snel weer klaar. Tijd om mijn stresslevel kilometers omhoog te laten schieten: de gezamenlijke avondmaaltijd. We zitten hier van half zes tot tien en dan moet je tussendoor natuurlijk eten. Ik wil niet eten met deze mensen die ik nog helemaal niet goed ken! Maar ik moet wel. Dus schuif ik schoorvoetend aan het tafeltje en haal mijn meegebrachte boterhammen en mijn bakje druiven uit mijn tas. Ik concentreer me op mijn eten, keurige hapjes, goed kauwen, en kijk ondertussen naar wat de rest doet. Ze eten en praten en lijken het helemaal niet erg te vinden. Het maakt me er alleen maar bewuster van hoe ziek ik ben. Zij hebben allemaal geen eetstoornis. Deze stress kan ik niet aan en dus eindigt mijn avondeten stiekem in de wc.

Na het eten heb ik gelukkig maar weinig tijd om me te concentreren op mijn zoveelste kotsmislukking, want dan hebben we psychotherapie. Dit is therapie zoals je het in films en series zit: in de kring zitten en praten over wat je voelt. Deze week staat in het teken van kennismaken, omdat ik samen met nog een ander meisje nieuw ben. En dus vertelt iedereen waarom ze hier zijn. Inderdaad, het klassieke 'Mijn naam is Piet en ik ben alcoholist'-verhaal, maar dan met psychische klachten. Mijn groepsgenoten sommen hun problemen op. Agressief, ingetogen, depressief, moeite met drank, werk of andere mensen. Iedereen is anders. De overeenkomst: door hun gedrag en foute gedachtenpatronen werden ze depressief en liepen vast in het dagelijks leven. Net als ik.

Na psychotherapie hebben we sociotherapie. Dat is ook praten over je problemen, maar dan iets praktischer. Wat ga je DOEN? Tegen welke praktijkproblemen loop je aan? Ik vind het onderscheid nog wat vaag, maar dat komt hopelijk nog wel. Een groepsgenoot geeft als voorbeeld dat je, als je een eng sollicitatiegesprek moet voeren, bij psychotherapie praat over waarom je dat eng vindt en bij sociotherapie in een rollenspel het gesprek kunt oefenen. Het is vast allemaal heel logisch als ik hier wat langer zit.

En dan is de avond "al" afgelopen. Het derde vaste therapieonderdeel viel uit en daardoor zijn we nu een uurtje eerder klaar. Terwijl ik mijn jas aantrek, voel ik hoe moe ik ben. En dan heb ik dit keer alleen maar naar andere mensen zitten luisteren. Niet te geloven dat je daar zo uitgeput van raakt.

In deze schrijfsels wordt teruggegrepen op gebeurtenissen van een tijdje geleden. In dit geval maart 2015.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten