maandag 31 augustus 2015

Het is etenstijd

Tijdens mijn adviesgesprek bestond mijn geplande behandeling uit twee delen. Ik zou de depressiegroep voor jongvolwassenen gaan volgen en ik zou individueel aangemeld worden op de eetstoornisafdeling. Het eerste deel is opgestart, ik ga wekelijks naar de groep. Het tweede laat nog even op zich wachten. De afdeling eetstoornissen moet me uitnodigingen voor een intakegesprek (nóg een, ja). Een maand na het adviesgesprek lijkt daar nog niet echt schot in te zitten. Maar mijn eetstoornis trekt zich niks aan van wachtlijsten, die treitert gewoon verder. Dus besluit Vincent tijdens een van onze individuele gesprekken het onderwerp eten eens aan te snijden.

Dat doet hij aarzelend. 'Ik heb de afgelopen jaren een paar keer een cliënt met een eetstoornis gehad, en ik heb er maar heel weinig echt blijvend kunnen helpen. Eetstoornissen zijn niet mijn expertise. Maar misschien kunnen we samen een begin maken tot je bij de afdeling eetstoornissen terecht kunt. Vertel me eens hoe je eetpatroon er uitziet.'
Dus ik schraap de woorden bij elkaar en vertel het hem allemaal. Dat ik over het algemeen veel te weinig eet, en onregelmatig. Dat ik soms eetbuien heb, die ik dan weer uitkots. Dat ik in principe ales dat méér is dan een stukje fruit in het toilet wil laten belanden. Op sommige dagen lukt het me om daar niet aan toe te geven. Op de meeste dagen ben ik niet sterk genoeg. 'Hoe vaak geef je over per week?' Toevallig heb ik dat uit interesse een tijdje geturfd. Ik haal diep adem. 'Gemiddeld tussen de twintig en vijfendertig keer per week.'

Vincent fronst. 'Dat is vrij vaak.' Na deze open deur weten we allebei even niet wat we moeten zeggen. 'Jij moet twee dingen gaan doen,' begint hij dan. 'Allereerst moet je je lijf weer laten wennen aan regelmatig eten. Je lichaam is ontregeld, het heeft geen idee wanneer het eten krijgt en wanneer niet en slaat daarom alles maar op als reserve. Misschien verklaart dat ook, nou ja...' Hij maakt een vaag gebaar in de richting van mijn lichaam en besluit er maar even niks over te zeggen. Ik heb overgewicht. Gevoelig onderwerp. 'En ten tweede moet je minderen met overgeven. Ik zeg minderen en niet stoppen, want als je het zo vaak en al zo lang doet als jij, is het niet ineens weg. Maar de frequentie moet drastisch omlaag. Dit is niet goed. Je maakt je lichaam er verder mee kapot en het is ook geen goede manier om af te vallen. Het is vooral een goede manier om aan te komen.' Hallo dan, wat een taak gooit hij op mijn bordje. Humor is mijn wapen als ik niet weet wat ik moet zeggen, en ik grap: 'Prima, zullen we morgen dan maar beginnen?' Vincent kijkt me bloedserieus aan. 'Prima plan.'

Na nog wat onderhandelen zijn we eruit. Vanaf morgen ga ik drie basismaaltijden per dag eten. Hij geeft me geen eetlijst met een vast aantal boterhammen en opscheplepels per dag, omdat ik dan waarschijnlijk obsessief over die lijst ga doen en hem later weer af moet leren. Beter is het, denkt hij, om me het zelf uit te laten zoeken. Ik raak al in paniek bij de gedachte alleen, maar besef ook dat ik geen keus heb. Ooit moet ik beginnen en ooit is morgen.

In deze schrijfsels wordt teruggegrepen op de gebeurtenissen van een tijdje geleden. In dit geval maart 2015.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten